Oefeningen: | |||
Oefeningen voor zelfbeeld en zelfvertrouwen | |||
Groepsoefening Stevig staan voor zelfvertrouwen
Doel: Oefening met stevig staan met pittenzakje of boek op het hoofd
Duur: 5 minuten Benodigde materialen: pittenzakjes of boeken Uitvoer: Oefening met stevig staan met pittenzakje of boek op het hoofd. De kinderen moeten ervaren welke uitwerking het heeft op hun gevoelens en lichamelijke sensaties als zij helemaal rechtop staan. De instructie geeft aan dat zij tevens naar hun buik moeten ademhalen. Doel is de kinderen bewust te laten worden van hun lichaam en daarbij de uitwerking op het zelfvertrouwen van een stevige lichaamshouding te laten ervaren. Stel vragen aan de kinderen als zij twee benen op de grond hebben en echt proberen te letten op hoe hun lichaam voelt. Focus op sensaties als: warmte en kou, spanning en ontspanning, snelheid van ademhaling en hartslag, gedachten die in hun hoofd opkomen over het spel zelf of zichzelf, over zintuigelijke sensaties als geluiden, geuren, etc. of gedachten over iets heel anders. |
|||
Groepsopdracht Bijnamenspel in de kring
Doel: bewustwording van je eigen identiteit en waardeoordelen
Duur: 5 minuten Benodigde materialen: geen Uitvoer: De kinderen zitten in een kring. Eén van de kinderen start het spel door zich voor te stellen. Daarbij noemt hij zijn naam, en kiest hij een bijnaam die begint met de eerste letter van zijn eigen naam, bijvoorbeeld "Grappige Gijsbert". De speler links van hem neemt het over en zegt "Ik ben Harige Harry en naast mij zit Grappige Gijsbert". De speler daar links van vervolgt en zegt "Ik ben Melige Marieke en naast mij zitten Grappige Gijsbert en Harige Harry". Vraag vervolgens aan de kinderen hoe ze het vinden een bijnaam te krijgen. Laat de kinderen die het leuk vonden hun hand opsteken en vraag dan twee of drie kinderen waarom. Laat vervolgens ook de kinderen die het niet prettig vinden de hand opsteken en daarvan weer twee of drie uitleggen waarom zij dit niet leuk vinden. |
|||
Groepsopdracht Complimenten geven en ontvangen
Activiteit: kringgesprek met socratische discussie en uitleg van leerkracht
Duur: 10 minuten Benodigde materialen: werkblad complimenten geven en ontvangen Uitvoer: Discussie in een kringgesprek over de volgende vragen: Hoe laat je iemand merken dat je blij bent met zijn of haar hulp? Waarom is het belangrijk dat iemand iets leuks of aardigs tegen jou zegt? Waarom is het belangrijk om te reageren op een complimentje? Hierna wordt door de leerkracht besproken dat het belangrijk is om aardige dingen tegen jezelf te zeggen. Veel kinderen denken nare dingen over zichzelf. En wanneer je deze nare dingen heel vaak denkt, ga je steeds meer geloven in deze nare gedachten. Uiteindelijk geloof je dan dat er niets goed is aan jezelf. Als je aardige dingen over jezelf denkt, krijg je ook meer vertrouwen in jezelf. Het is ook leuk als iemand anders iets aardigs tegen jou zegt, of als iemand je helpt wanneer je je niet op je gemak voelt. Bijvoorbeeld: Als je voor het eerst in je nieuwe groep komt, is het fijner om te horen: Hallo, kom je hier voor het eerst?, dan dat de andere kinderen je alleen laten staan en niets zeggen. Iets aardigs tegen iemand anders zeggen, maakt dat die ander ook aardig is tegen jou. Daarom is het belangrijk dat je reageert als iemand iets aardigs tegen jou zegt want dan weet hij dat je het leuk vindt. Wanneer jij niet reageert, denkt de ander dat je het niet leuk vindt en zal hij niet zo snel meer iets aardigs zeggen of doen. Als je een complimentje geeft of reageert op een complimentje kan je op een aantal dingen letten. De leerkracht vraagt dit socratisch uit en komen met de kinderen uit op de volgende leerpunten. Leerpunten bij complimentjes geven: • Bedenk wat je leuk vindt van de ander. • Noem de naam van de ander. • Kijk de ander aan. • Zeg duidelijk wat je leuk vindt van de ander. Leerpunten bij reageren op complimentjes: • Luister naar het compliment wat de ander geeft. • Laat merken dat je trots bent: door iets aardigs terug te zeggen of dank je wel te zeggen. Kijk blij of trots. Stop-Denk-Doe bij complimenten geven • Als je een complimentje wilt geven aan iemand zeg je Stop tegen je zelf, • Je beDenkt welk complimentje je wilt geven aan de ander en hoe je dat het beste kunt doen. • En dan ga je het Doen. Stop-Denk-Doe bij complimenten ontvangen • Wanneer je een complimentje krijgt, zeg je Stop tegen je zelf. • Je beDenkt hoe je het beste kunt reageren op het complimentje. • En dan ga je het Doen. Je zegt bijvoorbeeld dank je wel of je zegt iets aardigs terug.
|
|||
Groepsopdracht Complimenten geven en ontvangen
Doel: kringgesprek met een rondje opscheppen over jezelf en complimenten geven aan anderen en hierop reageren
Duur: 10 minuten Benodigde materialen: werkblad complimenten geven en ontvangen Uitvoer: De leerkracht zegt iets positiefs over zichzelf. Vervolgens zegt ieder kind in de groep iets positiefs over zichzelf. Kinderen die niets positiefs over zichzelf kunnen bedenken, worden geholpen door anderen in de groep. Hierna wordt geoefend met een compliment geven en ontvangen. Geef een compliment aan je rechter buurman over iets wat hij goed heeft gedaan in deze training en begin met “ik vind dat…“ Als dit voor de kinderen te moeilijk is om te bedenken mogen ze ook een ander complimentje bedenken. Hierop moeten zij vervolgens iets vriendelijks terugzeggen en goed ervaren wat een compliment met hen doet.
|
|||
Groepsopdracht eigen perspectief
Activiteit: spel ik zie, ik zie wat jij niet ziet en informatie over eigen perspectief
Duur: 10 minuten Benodigde materialen: geen Uitvoer: Door middel van het spel “ik zie, ik zie wat jij niet ziet” moeten de kinderen aanwijzingen geven over de kleur, vorm, grootte, positieve en afstand waarop zich een voorwerp of ander persoon bevindt. Hierna wordt de volgende uitleg gegeven en pakken de kinderen hun werkblad erbij over eigen perspectief en verplaatsen in de ander. Dit spelletje laat zien dat een voorwerp of situatie er voor de één heel anders uit kan zien dan voor de ander. Iedereen ziet de voorwerpen om zich heen vanuit een andere plaats en afstand. Afstand maakt dat je dingen groter of kleiner ziet. Heel in de verte lijkt een kerktoren bijvoorbeeld veel kleiner dan van dichtbij. Ook is wat voor jou links en rechts is precies het tegenovergestelde voor diegene die tegenover je zit. Het is belangrijk dat je probeert je voor te stellen hoe de ander tegen verschillende situaties en voorwerpen aankijkt. Dan kan je rekening houden met de ander. Het is ook heel lastig om door de ogen van iemand anders te kijken. Dat noem je ook wel verplaatsen in de ander of iedereen heeft zijn eigen perspectief. Deze training gaan we oefenen met het kijken door de ogen van een ander. Essentie: Kijken vanuit het perspectief van de ander: • Verschil tussen links en rechts als iemand tegenover je zit. • Zien wat de ander ziet, denken wat de ander denkt. • Als je je kan verplaatsen in een ander kan je beter rekening houden met die ander. |
|||
Groepsopdracht iedereen is anders en wie ben ik?
Activiteit: bespreking van wie je bent van binnen en van buiten
Duur: 15 minuten Benodigde materialen: medisch model met organen, grote vellen, stiften Uitvoer: bespreking binnenkant en buitenkant lichaam met platen of een pop met organen die de kinderen moeten benoemen. Vervolgens gaan de kinderen op de grond op een groot vel papier liggen waarbij hun omtrek wordt getekend. Hierna krijgen zij de opdracht om met gekleurde stiften op te schrijven en/of tekenen hoe zij van de buitenkant verschillen van de andere kinderen in de groep. Bijvoorbeeld haarkleur, oogkleur, lengte, postuur, etc. Hierna wordt met zwarte stiften te tekenen of schrijven hoe zij aan de binnenkant verschillen van de anderen in de groep. Hierbij gaat het dus om het verschil tussen uiterlijke kenmerken en daartegenover innerlijke verschillen zoals karakter, persoonlijkheid, ervaringen van zintuiglijke waarnemingen, emoties, gedachten en gedrag. |
|||
Groepsopdracht Ik-boodschappen
Activiteit: Psycho-educatie over ik-boodschappen
Duur: 10 minuten Benodigde materialen: sokpoppen, werkblad vaardigheid ik-boodschap, SOS stappenplan ik-boodschappen Uitvoer: aan de hand van een voorstelling met handpoppen wordt het volgende voorbeeld met betrekking tot een ik-boodschap geïllustreerd: "Wat maak je weer een herrie! Houdt het nou nooit op, dat getelefoneer van je?" Reactie: "Ja, kan ik het helpen? Ik werk me drie slagen in de rondte om die man nog vanochtend te pakken te krijgen. Ga zelf ergens anders zitten als je er last van hebt. Wat een gezeur." (Pakt geërgerd zijn telefoon en toetst een nummer in.) "Karel, ik wil graag dit werkje afmaken voor vanmiddag. Ik word nogal afgeleid door je telefoongesprekken. Ik zou het op fijn vinden als je even in de kamer hiernaast ging zitten bellen." Reactie: "O, goed hoor, geen probleem. Ik ga wel even naar hiernaast, ja." (Staat op en pakt wat papieren en zijn telefoon en maakt aanstalten de kamer te verlaten.) Het verschil is dat de eerste opmerking geformuleerd is als een jij-boodschap, de tweede als een ik-boodschap. Als je een opmerking formuleert als wat jíj wilt en waaraan jij behoefte hebt. Voorkom je dat de ander je opmerking opvat als een beschuldiging. De theorie over de vaardigheid ik-boodschappen wordt doorgenomen over waarom een ik-boodschap werkt, wanneer de kinderen hem kunnen gebruiken en hoe ze hem samenstellen. De ik-boodschap bestaat uit: • Als je nog niet in gesprek bent met degene die je iets wilt zeggen, begin dan met het noemen van de naam van die persoon zodat je iemands aandacht vraagt. • Begin je boodschap met 'ik'.... • Benoem je gevoel of je belemmering. ("Ik word nogal afgeleid...") • Benoem het gedrag van de ander dat je niet zint. ("...door je telefoongesprekken.") • Geef de reden waarom dat zo is, ook geformuleerd met 'ik' of 'we'. Eventueel kun je daar ook mee beginnen. ("Ik wil graag dit werkje afmaken voor vanmiddag.") • Geef een suggestie van het gedrag dat je graag van de ander zou zien. Begin ook die suggestie met 'ik' ("ik wil dat jij..." of "ik zou willen dat je..."). Formuleer deze suggestie liever niet als vraag, omdat daarop het antwoord weer direct 'nee' zou kunnen zijn. Door de suggestie als gewone zin te formuleren zet je die ander aan tot handelen, en minder tot een tegenargument.
|
|||
Groepsopdracht Verplaatsen in een reus en kabouter
Doel: tekenopdracht je verplaatsen in het perspectief van een ander
Duur: 5 minuten Benodigde materialen: papier en potloden/stiften Uitvoer: de kinderen krijgen de opdracht een boom te tekenen. Zij moeten dit echter doen vanuit twee verschillende perspectieven. Ze tekenen de boom vanuit het beeld van een reus en vanuit het perspectief van een kabouter. Hierna kan in de klas worden besproken dat ieder kind, ieder mens, eigenlijk zelfs ieder levend wezen de wereld op zijn eigen manier ziet en ervaart. Stop-Denk-Doe bij je verplaatsen in de ander: • Je zegt Stop tegen jezelf wanneer je je wilt gaan verplaatsen in de ander. • Je Denkt dan na over hoe je dat kunt aanpakken en hoe dat dan eruit gaat zien: wat ziet de ander nu, wat zou de ander nu kunnen denken en hoe kan ik rekening houden met hem. • En dan ga je het ook Doen. |
|||
Groepsopdracht zelfvertrouwen vergroten
Doel: Zelfvertrouwen vergroten eigen talenten en complimenten van anderen.
Duur: 10 minuten Benodigde materialen: papier, pennen/stiften/ potloden Uitvoer: Iedereen trekt zijn linkerhand over op een stuk papier, en schrijft in elke vinger iets over een talent van zichzelf. Bijvoorbeeld in de pink zijn favoriete ding om te doen waar hij goed in is, in de ringvinger wie jou heel aardig vinden, de middelvinger wat je al hebt geleerd tijdens de cursus en de wijsvinger wat je het mooiste vindt aan jezelf. Op de handpalm schrijf het kind zijn naam. Haal vervolgens de blaadjes op, en lees ze voor aan de groep, op de volgende manier: ik heb hier een blaadje van iemand die het beste is in lezen, die graag anderen helpt en beste vriendjes is met zijn broer, enzovoort. De groep mag dan raden wie er beschreven wordt zodra dat geraden is wordt er nog een compliment toegevoegd vanuit de groep die in de duim wordt opgeschreven. |
|||
Mindfulness-oefening de glimlach met zachte ogen
Activiteit: mindful ademhalen en gezichtsspieren ontspannen
Duur: 5 minuten Benodigde materialen: eventueel achtergrondmuziek op laptop Uitvoer: De kinderen zitten in een kring en er wordt hen uitgelegd dat het na alle drukte en dingen die zij hebben geleerd ook belangrijk is weer even tot rust te komen. Als ze zelf rustig en ontspannen zijn lach je vaak en voel je je heel anders. De volgende oefening heet 'de glimlach met zachte ogen' en leert jullie rustig maken vanbinnen door het effect van een glimlach op je lichaam. Je voelt direct het verschil tussen een glimlach en een strak gezicht aan de spanning in je lichaam. Het is daarnaast niet alleen fijn voor jezelf om te lachen, maar ook voor de mensen om je heen om je blij en ontspannen te zien. • Sluit nu allemaal eerst je ogen en let op je ademhaling. Voel hoe je in en uitademt. De lucht die door je neus naar binnen gaat, je logen vult en je buik bol maakt en daarna weer naar buiten gaat. • Volg je in- en uitademing terwijl je een glimlach om je mond tovert; • Maak je ogen zacht en vriendelijk; • Wanneer je een aantal malen je adem hebt gevolgd, maak dan je mond strak en voel welke spieren in je lichaam mee verstrakken; • Neem waar wat dit met adem doet; • Glimlach vervolgens weer en volg je ademhaling opnieuw; • Neem waar wat dit in je lichaam voor effect heeft. Na de oefening krijgen kinderen de mogelijkheid te bespreken welke verschillen zij waarnamen wanner zij boos keken en wanneer ze glimlachten. |
|||
Zelfvertrouwen vergroten door complimenten met ik-boodschappen
Activiteit: psycho-educatie en vergroten zelfvertrouwen door plakken van post-its met complimenten via ik-boodschap
Duur: 10 minuten Benodigde materialen: post-its, pennen/stiften Uitvoer: psycho-educatie over ik-boodschap en complimenten geven. De ik-boodschap bestaat uit: • Als je nog niet in gesprek bent met degene die je iets wilt zeggen, begin dan met het noemen van de naam van die persoon zodat je iemands aandacht vraagt. • Begin je boodschap met 'ik'.... • Benoem je gevoel of je belemmering. ("Ik word nogal afgeleid...") • Benoem het gedrag van de ander dat je niet zint. ("...door je telefoongesprekken.") • Geef de reden waarom dat zo is, ook geformuleerd met 'ik' of 'we'. Eventueel kun je daar ook mee beginnen. ("Ik wil graag dit werkje afmaken voor vanmiddag.") • Geef een suggestie van het gedrag dat je graag van de ander zou zien. Begin ook die suggestie met 'ik' ("ik wil dat jij..." of "ik zou willen dat je..."). Formuleer deze suggestie liever niet als vraag, omdat daarop het antwoord weer direct 'nee' zou kunnen zijn. Door de suggestie als gewone zin te formuleren zet je die ander aan tot handelen, en minder tot een tegenargument. Leerpunten bij complimentjes geven: • Bedenk wat je leuk vindt van de ander. • Noem de naam van de ander. • Kijk de ander aan. • Zeg duidelijk wat je leuk vindt van de ander. Leerpunten bij reageren op complimentjes: • Luister naar het compliment wat de ander geeft. • Laat merken dat je trots bent: door iets aardigs terug te zeggen of dank je wel te zeggen. Kijk blij of trots. Stop-Denk-Doe bij complimenten geven • Als je een complimentje wilt geven aan iemand zeg je Stop tegen je zelf, • Je beDenkt welk complimentje je wilt geven aan de ander en hoe je dat het beste kunt doen. • En dan ga je het Doen. Stop-Denk-Doe bij complimenten ontvangen • Wanneer je een complimentje krijgt, zeg je Stop tegen je zelf. • Je beDenkt hoe je het beste kunt reageren op het complimentje. • En dan ga je het Doen. Je zegt bijvoorbeeld dank je wel of je zegt iets aardigs terug. Alle kinderen plakken post-its op elkaars rug plakken met een compliment vanuit de ik-boodschap erop. Hierna worden bij de kinderen alle post-its voorgelezen. De kinderen moeten hierbij stil staan welk gevoel zij ervaren als ze een compliment krijgen. Er wordt uitdrukkelijk gevraagd welke lichamelijke sensaties ze hebben, welke gedachten er op komen en wat hun gedrag is. Het is van belang dat de kinderen de ander bedanken voor een compliment. |
|||
• Boek Handleiding voor jezelf: hoe ik denk en voel 1 gedachten en gevoelens
• Boek Denk goed voel je goed. werkboek CGT • Boek Wat kun je doen als je te snel boos bent • Boek Behandelend trainen • Boek Emotieregulatie bij kinderen en adolescenten • Boek Mindfulness bij kinderen • Boek Wat kun je doen als je te snel boos bent? • Boek Haal de Grrrrr uit agressie • Boek taming your gremlin • Boek How2talk2kids • Boek spelen om problemen op te lossen • Boek Oplossingsgerichte therapie met kinderen en jongeren • Signaleringsplan/lekker in je vel schema • Stoplichtmethode Stop-Denk-Doe • Werkbladen Ik ben speciaal |
|||