Persoonlijkheidsstoornis

Persoonlijkheidsstoornissen kunnen in drie clusters worden verdeeld.

  1. Cluster A - paranoïde-, schizoïde- of schizotypische-persoonlijkheidsstoornis; komen vreemd of bijzonder over. Ze hebben weinig contact met anderen en leven vaak geïsoleerd.
  2. Cluster B - antisociale-, borderline-, histionische-, narcistische-persoonlijkheidsstoornis; kunnen zeer verhit reageren, erg impulsief zijn en vinden het moeilijk met hun emoties om te gaan.
  3. Cluster C - overmijdende-, afhankelijke- of dwangmatige-persoonlijkheidsstoornis; kenmerkend is de angst. Ze zijn bang relaties aan te gaan ofjuist om mensen te verliezen. Ze vermijden conflictsituaties en hebben moeite met een zelfstandig leven.

Kenmerken

Veel voorkomende verschijnselen bij een persoonlijkheidsstoornis:

Cluster A

weinig contact met anderen

  • kritisch
  • veel tijd nodig om mensen te vergeven die (in hun ogen) iets fout hebben gedaan
  • kunnen fel uit de hoek komen
  • voelen zich het meest op hun gemak als ze alleen zijn
  • kleine vriendkring
  • wantrouwen anderen
  • moeite met samenwerken
  • komt vaak kil en afstandelijk over

Cluster B

moeite met zelfbeheersing

  • moeite met stabiel denken, voelen en gedragen
  • impulsief
  • prikkelbaar
  • agressief
  • beperkt ontwikkeld geweten
  • roekeloos gedrag
  • ontbreken van spijtgevoel
  • gebrek aan empatie
  • groot ego
  • voelt zich beter dan anderen
  • extreem jaloers

Cluster C

ervaren veel angst

  • overgevoelig voor kritiek
  • laag zelfbeeld
  • schaamt zich voor zichzelf
  • zelfhaat
  • eenzaam
  • extreem verlegen
  • wantrouwen naar anderen
  • stress
  • somber
  • relaties verlopen moeizaam
  • opvattingen zijn in hun beleving of goed of fout (er is maar weinig grijs gebied)

 

 




Ondersteuningsbehoeften

Met de juiste behandeling kan een persoonlijkheidsstoornis vaak sterk verbeteren. Er zijn vier vormen van psychotherapie mogelijk die kunnen werken.

 

Dialectische gedragstherapie (DGT)

  • Vorm van cognitieve gedragstherapie.
  • Leert omgaan met problemen en hevige emoties.

Mentaliseren Bevorderende herapie (MBT)

  • Leert gevoelens, gedachten en verlangens van zichzelf en anderen kennen.

Schematherapie (ST)

  • Onderzoekt waar bepaald gedrag vandaan komt.
  • Leert om zichzelf zo te veranderen de gevoelens beter worden.

Transference-Focused Psychotherapy (TFP)

  • Langdurige therapie.
  • Leert intensief emoties te beleven en uiten.

 

 

Tips voor de leerkracht

Houd altijd in gedachten dat elke leerling anders is. Het voorkomen en de mate van de kenmerken van een persoonlijkheidsstoornis en de beste aanpak zullen dan ook per leerling verschillend zijn. De adviezen hieronder kunnen een richtlijn bieden om met een kind met een persoonlijkheidsstoornis om te gaan. Het is tevens aan te raden om het desbetreffende kind een 'one page profile' in te laten vullen. Hierop kan hij/zij zelf aangegeven wat voor hem/haar nodig is aan hulp.

 

Adviezen:



one page profile boeken oefeningen