Verlatingsangst
Kinderen met verlatingsangst (ook wel seperatieangst) hebben een buitensporige angst om verlaten te worden door de mensen waaraan zij gehecht zijn (familieleden, vrienden). Deze kinderen piekeren al bij de gedachten dat ze verlaten worden bijvoorbeeld wanneer ouders hun kinderen naar school brengen. Het kind is bang dat de ouders niet meer terug zullen komen en wil eigenlijk bij hen blijven.
Kenmerken
Een kind met verlatingsangst heeft last van de volgende verschijnselen in meer of mindere mate:
- Enorm van streek zijn wanneer hij/zij niet in het gezelschap is van mensen waar hij/zij aan gehecht is.
- Overdreven bezorgd zijn dat de mensen waar hij/zij aan gehecht is iets ergs overkomt.
- Tegenzin om weg van huis te gaan omdat hij/zij dan gescheiden is van iemand waaraan hij/zij gehecht is.
- Angst om alleen te zijn.
- Liever niet ergens anders willen slapen.
- Nachtmerries over verlaten worden.
- Lichamelijke klachten op het moment dat ze werkelijk alleen zijn.
- Paniekaanvallen, wanneer gescheiden van iemand waaraan hij/zij gehecht is.
- Niet alleen willen weggaan.
- Is extreem jaloers en vertoont claimend gedrag.
- Is bang dat zichzelf iets overkomt, waardoor hij/zij gescheiden wordt van degene waaraan hij/zij gehecht is.
- Hard huilen of roepen wanneer de hechtigspersoon weg gaat.
Kinderen met verlatingsangst hebben dit vaak in combinatie met een of meerdere van de volgende stoornissen:
- Reactieve HechtingsStoornis (RHS)
- Posttraumatische stressstoornis (PTSS)
- Persoonlijkheidsstoornis
Ondersteuningsbehoeften
Een kind met verlatingsangst kan geholpen worden door cognitieve gedragstherapie te krijgen. Hierbij leert het kind om over zijn gevoelens te praten en na te denken. De overtuigingen van het kind worden onder de loep genomen en samen met het kind wordt onderzocht hoe reeël de angsten zijn. Vervolgens zal het kind worden geholpen om de angsten te overwinnen door te gaan experimenteren en de angsten onder ogen te komen om vervolgens zelf te ontdekken dat er niks ergs gebeurd als ze voor een bepaalde tijd niet bij hun hechtigspersoon zijn. Dit zal naarmate de therapie vordert steeds om langere periodes gaan. Uiteindelijk zal blijken dat er weinig van de angsten verblijft.
Tips voor de leerkracht
Houd altijd in gedachten dat elke leerling anders is. Het voorkomen en de mate van de kenmerken van verlatingsangst en de beste aanpak zullen dan ook per leerling verschillend zijn. De adviezen hieronder kunnen een richtlijn bieden om met een kind met verlatingsangst om te gaan. Het is tevens aan te raden om het desbetreffende kind een 'one page profile' in te laten vullen. Hierop kan hij/zij zelf aangegeven wat voor hem/haar nodig is aan hulp.
- Zorg voor een positieve relatie met het kind.
- Zorg voor een veilige omgeving.
- Zorg voor een prettige sfeer.
- Neem de tijd voor het kind.
- Geef de angst niet te veel aandacht (maar neem het kind wel serieus).
- Vermijd spannende situaties niet, zorg dat het kind eraan kan wennen.
- Spreek met kind en ouders af hoe er wordt omgegaan met het afscheid.
- Zorg dat er bij het afscheidnemen een bepaald ritueel is. Voor het kind is het dan duidelijk dat het om afscheid gaat en de hechtingsfiguur hem/haar later weer ophaalt. Bijv. Een kus en een high-five en dan nog even zwaaien bij het raam.
- Houd de afscheidstijd kort.
- Zorg dat het kind meteen met iets kan beginnen als hij/zij binnen komt.
- Werk aan het zelfvertrouwen van het kind.
- Bereid het kind voor op bijzondere/ spannende situaties.
- Geef een eerlijk beeld van de spannende situatie. Praat over de enge dingen die kunnen gebeuren, maar ook over de positieve dingen.
- Benader iets spannends als iets positiefs, het kind kan hier immers laten zien hoe dapper hij/zij is.
- Geef het kind ruimte om zelf de stappen te nemen.
- Moedig het kind aan en steun daar waar nodig.
- Geef complimenten en laat voelen dat je trots bent.
- Raad in ernstige gevallen therapie aan.
|