PTSS

Een osttraumatische stressstoornis (PTSS) kan worden ontwikkeld na het meemaken van een traumatische gebeurtenis. Van natuurrampen en ongelukken tot seksueel misbruik en (oorlogs)geweld. Kindermishandeling – fysieke mishandeling, fysieke verwaarlozing, emotionele mishandeling, emotionele verwaarlozing, getuige zijn van huiselijk geweld of seksueel misbruik – en trauma bij vluchtelingkinderen zijn bij kinderen belangrijke oorzaken voor het ontstaan van trauma. Helaas worden getraumatiseerde kinderen in het onderwijs lang niet altijd herkend. Het risico op misinterpretatie van hun gedrag is groot, omdat het soms lijkt op dat van leerlingen met ontwikkelings- of gedragsproblematiek.

Kenmerken

Soorten trauma's:

Omschrijving:

enkelvoudig trauma

Een éénmalige gebeurtenis die korte tijd duurt, bijvoorbeeld het zijn van getuige of slachtoffer van een verkeersongeluk.

chronisch trauma

Meerdere traumatische gebeurtenissen tijdens de kind- en jeugdjaren zoals, aanhoudende en langdurige:

  • mishandeling (emotioneel, fysiek, seksueel)
  • geweld in het gezin
  • verwaarlozing (emotioneel, pedagogisch, fysiek)
  • oorlogsomstandigheden
  • pijnlijke medische handelingen
  • meerdere traumatische verliezen

complex trauma

Wanneer in de vroege jeugd ernstige traumatische ervaringen worden opgedaan kan de persoonlijkheidsontwikkeling ernstige schade oplopen. Chronische trauma's ontwikkelen zich op deze manier tot complexe trauma's.

 

Bij een posttraumatische stressstoornis wordt onderscheid gemaakt tussen vier symptoomclusters:

  1. Stressreacties die samenhangen met de traumatische gebeurtenissen
  2. Vermijding van prikkels die worden geassocieerd met de gebeurtenissen
  3. Negatieve veranderingen in cognities (gedachten/overtuigingen) en stemming
  4. Duidelijke verandering in arousal (spanning)


Verder hebben kinderen soms maanden tot jaren na het trauma allerlei lichamelijke klachten, zoals hoofdpijn, buikpijn, benauwdheid of bedplassen. Jonge kinderen van twee, drie jaar ontwikkelen scheidingsangst, vastklampgedrag, plotseling verdrietig worden, rusteloosheid en woede-uitbarstingen. Kleuters gaan vaak fantaseren over ‘helden’ die hen tegen het kwaad kunnen beschermen; ze geven het trauma vaak een plaats in hun spel. Bij schoolgaande kinderen worden vaak school- en leerproblemen geconstateerd, vooral geheugen- en aandachtsmoeilijkheden.

 




Ondersteuningsbehoeften

De impact van een trauma is zeer divers, dat heeft te maken met het type en de duur van het trauma, de (ontwikkelings)leeftijd van het kind, de veerkracht van het kind en de beschermde factoren in de omgeving. Ook de reacties van ouders, andere volwassenen en de leerkracht zijn hierop van invloed. Het is belangrijk dit steeds weer mee te wegen in de beoordeling en de aanpak van getraumatiseerde kinderen. Desondanks bestaat er wel een traumaspecifieke aanpak. De focus in de omgang met getraumatiseerde kinderen moet gericht zijn op de opbouw van een relatie. Daarnaast heeft een getraumatiseerd kind:

  • Een leer-, werk- en leefomgeving nodig waar het kind zich veilig voelt.
  • Een leerkracht nodig die werkt aan het opbouwen van een positieve relatie zodat de veerkracht van het kind vergroot.
  • Een leerkracht nodig die de gevoelens van de leerlingen erkend, ondanks dat de neiging kan ontstaan om het kind van het tegenovergestelde te overtuigen.
  • Fysieke activiteiten nodig. Gymles, actieve pauzes en fysieke bezigheden zorgen ervoor dat het lichaam de proteïne BDNF produceert. BDNF speelt een rol bij de vorming van nieuwe hersencellen en synapsen (plaatsen waar zenuwcellen contact maken) in die hersengebieden die belangrijk zijn voor het leren, het geheugen en de hogere denkfuncties.
  • Ondersteuning nodig bij het verwerken van informatie en instructies, zowel verbaal als non-verbaal.
  • Gecreëerde momenten van blijdschap en plezier nodig om aan het herstel te werken.
  • Complimenten nodig. *
  • Ondersteuning nodig op de regelfuncties die met planning en organisatie te maken hebben.
  • Dezelfde uitgesproken verwachtingen nodig naar hen als die de leerkracht doet naar andere leerlingen. Eventueel wel aangevuld met extra ondersteuning, stimulering en een flexibeler houding van de leerkracht.
  • Succeservaringen nodig. Dit is noodzakelijk om het zelfvertrouwen en het zelfbeeld van de leerling weer op te bouwen.
  • Structuur en voorspelbaarheid nodig.
  • Een leerkracht nodig die respectvol omgaat met de informatie die hij of zij krijgt van de leerling. Het is lang niet altijd noodzakelijk door te vragen tot in de detail.
  • Het gevoel nodig dat er een volwassene is die om hem of haar geeft, zich zorgen maakt en hem of haar veiligheid wil bieden.
  • Duidelijke grenzen en consequenties. Deze versterken de structuur en voorspelbaarheid en daarmee het gevoel van veiligheid.
  • Hulp nodig bij het aanleren van sociale vaardigheden die hem of haar helpen op school.
  • Hulp nodig bij het aanleren van een ‘emotionele woordenschat’. Het op jonge leeftijd kennen van de taal van gevoel zorgt ervoor dat leerlingen al vroeg hun emoties kunnen uitdrukken.

* Getraumatiseerde kinderen vinden het vaak lastig om complimenten te ontvangen. Hetgeen ze horen komt namelijk niet overeen met hoe zij over zichzelf denken. Manieren die ervoor zorgen dat complimenten meer effect hebben, zijn bijvoorbeeld:

Tips voor de leerkracht

Houd altijd in gedachten dat elke leerling anders is. Het voorkomen en de mate van de kenmerken van PTSS en de beste aanpak zullen dan ook per leerling verschillend zijn. De adviezen hieronder kunnen een richtlijn bieden om met een kind met PTSS om te gaan. Het is tevens aan te raden om het desbetreffende kind een 'one page profile' in te laten vullen. Hierop kan hij/zij zelf aangegeven wat voor hem/haar nodig is aan hulp.

 

  • Doe kennis op over de effecten van trauma op het leren en het functioneren.
  • Wees bewust van de emotionele valkuilen en pas technieken toe om kalmte te bewaren en te voorkomen dat je in een machtsstrijd verzeild raakt.
  • Blijf in de rol van leerkracht. Deze leerlingen en hun geschiedenis kunnen leerkrachten soms zo raken, dat deze de neiging krijgen meer voor ze te willen zijn dan een leerkracht. Getraumatiseerde leerlingen hebben echter meer aan een goede, competente leerkracht die zorg voor hem of haar heeft.
  • Blijf voor jezelf zorgen. Het werken met getraumatiseerde leerlingen is een zware en belastende klus.
  • Wees bewust van het feit dat de leerling je eigen gevoeligheden kan triggeren.
  • Wees bedacht op het feit dat de leerling je bewust kan uitdagen, om bekende reactiepatronen op te roepen.
  • Bedenk routines of procedures die je kunt inzetten bij escalaties: hoe blijf ik kalm? Wie kan ik te hulp roepen? Etc.




one page profile boeken oefeningen