Kenmerken anarexia

Kenmerken bolimia

Het kind...

• heeft een gewicht dat (sterk) afneemt.
• staat veel op de weegschaal.
• denkt veel na over eten.
• heeft een schuldgevoel na het eten.
• voelt zich somber.
• is onzeker.
• is snel moe.
• wil steeds minder vaak eten.
• eet het liefst alleen.
• heeft het constant koud.
• heeft problemen met de stoelgang.
• heeft slaapproblemen.
• heeft veel behoefte aan controle.
• sport extreem veel.

Het kind...

• heeft een gewicht dat sterk schommelt.
• is veel bezig met eten en niet-eten.
• heeft eetbuien (ongecontroleerd en extreem veel eten).
• heeft een schuldgevoel na (over)eten en probeert dit te compenseren door overgeven en laxeren).
• heeft een opgezet gezicht of opgezette klieren.
• heeft een aangetast gebit.
• heeft een ongestructureerd eetpatroon.
• heeft een karakter dat op het eerste gezicht open van aard is.
• is erg onzeker.
• voelt zich vaak somber.
• heeft een vertekend lichaamsbeeld.
• is overmatig bezig met zijn/haar uiterlijk.
• lichamelijke klachten zoals misselijkheid of maagpijn.

Specialist:

Mogelijke hulp:

Diëtist

• Kan helpen de eetgewoonten weer onder controle te krijgen.
• Kan coachen om eetbuien te voorkomen en minder dwangmatig met eten bezig te zijn.

Psycholoog

• Kan helpen de achterliggende problemen op te sporen en behandelen (zoals onzekerheid of perfectionisme).

Groepsbegeleiding

• Door contact met anderen met dezelfde problemen kan er ook gezamelijk gewerkt worden aan het herstel.

Houd altijd in gedachten dat elke leerling anders is. Het voorkomen en de mate van de kenmerken van een eetstoornis en de beste aanpak zullen dan ook per leerling verschillend zijn. De adviezen hieronder kunnen een richtlijn bieden om met een kind met een eetstoornis om te gaan. Het is tevens aan te raden om het desbetreffende kind een 'one page profile' in te laten vullen. Hierop kan hij/zij zelf aangegeven wat voor hem/haar nodig is aan hulp.

• Werk aan het zelfvertrouwen van de leerling.
• Bied een luisterd oor.
• Zorg dat het kind niet alleen eet (dus niet even snel buiten, zo kan hij/zij makkelijker niet eten).
• Leg de focus niet op eten.
• Zorg voor een prettige groepssfeer.
• Besef dat je weinig aan een eetstoornis kunt doen.
• Stimuleer het zoeken naar professionele hulp (houd goed contact met de ouders).
• Zorg dat het kind zich begrepen voelt.
• Oefen met opdrachten om het zelfbeeld te verbeteren.
• Toon interesse in het kind.
• Praat over de gevolgen.