Dyscalculie
Dyscalculie is een leerstoornis op het gebied van rekenen en ruimtelijk inzicht. Ongeveer 3 á 4 procent van de leerlingen lijdt aan dyscalculie. Er zijn drie vormen te onderscheiden:
- Geen cijfers en getallen kunnen lezen of op de juiste manier schrijven.
- Het plaatsen van cijfers en getallen op de verkeerde plaats.
- Het niet (meer) beheersen van de rekenregels.
Kenmerken
Een kind met een dyscalculie kan verschillende kenmerken vertonen. Het kind:
- toont weinig interesse voor rekenen.
- heeft moeite met het vergelijken van hoeveelheden.
- kan kleine hoeveelheden niet in één keer overzien.
- heeft een zwak auditief geheugen.
- heeft moeite met de rekentaal/ rekenbegrippen.
- gebruikt simpele rekenprocedures (blijft bijv. lang op de vingers tellen).
- maakt veel fouten in het stapsgewijs aanpakken van sommen.
- heeft problemen met de volgorde van de te nemen stappen bij de ingezette strategie.
- kan eerder opgedane vaardigheden niet verbinden met nieuwe kennis.
- heeft moeite met het aanleren van wiskundige procedures.
- heeft problemen met de plaats van getallen.
- keert vaak getallen om.
- heeft een traag werktempo.
- heeft een minder goed werkend kortetermijngeheugen.
- heeft een minder efficiënt gestructureerd langetermijngeheugen.
- heeft problemen bij het volgen van instructie.
- heeft problemen om vlot het doel van een opdracht te zien.
- kan moeilijk overschakelen van het ene naar het andere niveau.
- heeft moeite het eigen werk te controleren en te reflecteren op eigen werk.
- kan emotionele problemen hebben, zoals faalangst.
- pakt problemen op een onrustige manier aan.
- is erg impulsief.
- heeft problemen met het vasthouden van de aandacht.
- heeft een verminderd richtinggevoel.
- heeft een verminderde ruimtelijke oriëntatie.
- heeft problemen met het omzetten van gesproken naar geschreven getallen.
Kinderen met dyscalculie hebben dit vaak in combinatie met een of meerdere van de volgende stoornissen:
- Dyslexie
- ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder)
- DCD (Developmental Coordination Disorder)
- ASS (autismespectrumstoornis)
- NLD (Non-verbal Learning Disorder)
Ondersteuningsbehoeften
Een kind met dyscalculie heeft behoefte aan ...
een leerkracht die... |
- de rust neemt om nieuwe vaardigheden meerdere malen stap voor stap aan te bieden.
- het kind positief benadert.
- het kind succes laat ervaren.
- hulp biedt wanneer het kind vastloopt.
|
klasgenoten die... |
- begrip tonen voor de situatie.
- samen met het kind de automatisering oefenen.
- het kind op sociaal niveau betrekken bij de groep.
|
een omgeving die... |
- rust biedt om nieuwe stof te verwerken.
- het kind helpt de de vaardigheden te automatiseren (stappenkaarten op tafel, rekenposters aan de muur).
|
Tips voor de leerkracht
Houd altijd in gedachten dat elke leerling anders is. Het voorkomen en de mate van de kenmerken van dyscalculie en de beste aanpak zullen dan ook per leerling verschillend zijn. De adviezen hieronder kunnen een richtlijn bieden om met een kind met dyscalculie om te gaan. Het is tevens aan te raden om het desbetreffende kind een 'one page profile' in te laten vullen. Hierop kan hij/zij zelf aangegeven wat voor hem/haar nodig is aan hulp.
- Biedt nieuwe vaardigheden meerdere malen stap voor stap aan.
- Geef de leerling instructiekaarten die hij/zij kan gebruiken tijdens het rekenen.
- Overvraag de leerling niet, bepaal bij elke taak welke sommen de leerling wel en niet moet maken.
- Geef de leerling voldoende complimenten over wat goed gaat.
- Oefen dagelijks met het automatiseren.
- Zorg dat de leerling genoeg succeservaringen heeft.
- Herhaal nieuwe strategieën keer op keer.
- Geef het kind een vast maatje die sterk is in rekenen en hem/haar kan helpen.
- Biedt extra tijd voor de rekenles/ rekentoets.
- Gebruik concreet materiaal zodat de leerling inzicht krijgt in wat er gebeurd (bouw vervolgens af naar kale sommen).
- Biedt maatwerk dat aansluit bij het niveau van het kind.
- Biedt hulp in kleine groepjes.
- Doe het vaak voor, doe het vervolgens samen en tenslotte zelf laten doen.
- Beperk het zelfstandig werken.
- Geef direct feedback.
- Moedig het kind aan en geef positieve feedback.
|