ADHD
Attention Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD - aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit) is een stoornis waarbij kinderen snel afgeleid en hyperactief (heel druk) zijn. ADHD is voor een groot deel erfelijk, maar kan ook door de omgeving worden beïnvloed. Bijvoorbeeld stoffen die het kind als baby in de moederbuik binnenkreeg of een stressvolle thuissituatie. Het brein van mensen met ADHD werkt net een beetje anders dan dat van mensen zonder deze stoornis. Hierdoor doet iemand met ADHD soms dingen te snel, vergeet hij/zij dingen of kan de aandacht niet worden vastgehouden.
Kenmerken
Vormen van ADHD:
ADHD-I |
vroeger ADD |
Grootste kenmerk is aandachtstekort. |
ADHD-H |
het overwegend hyperactieve en impulsieve type |
Grootste kenmerk is de ernstige en aanhoudende impulsiviteit en hyperactiviteit. |
ADHD-C |
het gecombineerde type |
Zowel problemen van het onoplettende als het hyperactieve type zijn aanwezig (dit is de meestvoorkomende vorm). |
Veel voorkomende verschijningen bij ADHD:
- Korte concentratieboog, moeite om voor langere tijd ergens aandacht voor te hebben.
- Overprikkeling; alles in de omgeving wordt gehoord en gezien.
- Eigen gedachtes leiden af.
- Aandacht dwaalt snel af.
- Vergeet vaak dingen.
- Luisteren en dingen onthouden is lastig.
- Hyperactief (heel erg druk) en kan moeilijk stilzitten.
- Wiebelen, draaien, friemelen of tikken voortdurend.
- Dingen doen zonder er eerst over na te denken.
- Lastig om taken te plannen (voor een opdracht of een tijdsafspraak).
- Weinig gevoel voor tijd.
- Veel en druk praten.
- Moeilijk ontspannen.
- Heftige en onvoorspelbare emotionele uitbarstingen (drift- of huilbuien).
- Kunnen hoofd- en bijzaken moeilijk van elkaar onderscheiden.
- Moeite om sociale signalen op te vangen.
- Onhandig en houterig bewegen, zoals vaak vallen en knoeien.
- Hyperfocus; heel goed kunnen concentreren bij iets dat heel leuk/interessant gevonden wordt.
- Vaak heel enthousiast.
- Vindt sporten en bewegen leuk.
- Hebben gevoel voor humor.
- Vaak spontaan en open.
- Heel ondernemend en bijna altijd in voor iets nieuws.
- Hebben veel fantasie.
- Hebben een sterk ontwikkeld rechtvaardigheidsgevoel.
- Hebben een sterke mening.
Kinderen met ADHD hebben dit vaak in combinatie met een of meerdere van de volgende stoornissen:
- ASS (Autismespectrumstoornis)
- TOS (TaalOntwikkelingsStoornis)
- ODD (Oppositionele-opstandige stoornis)
- CD (normoverschrijdend-gedragsstoornis)
- Angststoornis
- Depressie
- Dyscalculie
- Dyslexie
- Tics
- DCD (Developmental Coordination Disorder)
Ondersteuningsbehoeften
Een kind met ADHD kan baat hebben bij instructies, opdrachten en feedback die voldoen aan bepaalde eisen. In de tabel hieronder worden praktische onderwijsbehoeften beschreven.
Instructie die... |
- kort, helder en enkelvoudig worden gegeven.
- de doelen benoemt.
- visueel gemaakt wordt (d.m.v. bord, plaatjes, stappenplan).
- leerling vaak en actief betrekt.
- de taakaanpak verheldert en de leerling ondersteunt bij het leren plannen.
- de leerling daar waar nodig meeneemt in een verlengde instructie of begeleid inoefenen.
|
Opdrachten die... |
- worden aangeboden en opgedeeld in kleine deeltaken.
- overzichtelijk en gestructureerd zijn.
- in korte termijn haalbaar.
- de leerling verantwoordelijk maakt voor zijn planning (bijv. door het zelf op te schrijven).
|
Feedback nodig... |
- die positief en opbouwend is.
- die concequent en direct op het gewenste gedrag volgt.
- waarbij inzet wordt benadrukt in relatie tot de taak ('je werkt al tien minuten zelfstandig en hebt daardoor de helft van de sommen al af').
- waarbij succeservaringen worden benadrukt gericht op het proces.
|
Tips voor de leerkracht
Houd altijd in gedachten dat elke leerling anders is. Het voorkomen en de mate van de kenmerken van ADHD en de beste aanpak zullen dan ook per leerling verschillend zijn. De adviezen hieronder kunnen een richtlijn bieden om met een kind met ADHD om te gaan. Het is tevens aan te raden om het desbetreffende kind een 'one page profile' in te laten vullen. Hierop kan hij/zij zelf aangegeven wat voor hem/haar nodig is aan hulp.
Adviezen:
- Richt je op de mogelijkheden van de leerling.
- Geef complimenten.
- Richt je aandacht op het positieve gedrag (ook al valt het negatieve gedrag meer op).
- Bied afwisselend minder intensieve en intensieve taken aan.
- Zet in op variatie door bijv. gebruik te maken van verschillende werkvormen.
- Gebruik humor, warmte en nabijheid om de leerling te steunen.
- Bespreek de oorzaken en gevolgen van het handelen van de leerling.
- Wees consequent, zeg wat je doet en doe wat je zegt.
- Stel grenzen aan het gedrag, keur het gedrag af maar nooit het kind.
- Creeër situaties waarin zijn/haar sterke kanten naar voren komen.
- Laat de leerling samenwerken in een koppel of groepje die hem/ haar kan ondersteunen.
- Bied voldoende bewegingsmomenten (bijv. energizers).
- Bespreek in de klas wat ADHD is.
- Spreek het kind duidelijk en rustig aan.
- Maak bij vrije situaties (pauze, uitstapjes) vooraf duidelijke afspraken.
- Kondig veranderingen van te voren aan.
- Leer het kind weg te lopen uit een conflictsituatie.
- Herhaal de regels en afspraken regelmatig.
- Hang het dagprogramma duidelijk zichtbaar op.
- Geef het kind een goede, rustige plek (vaak werkt achterin in rijen van twee het best waarbij oogcontact met de leerkracht altijd mogelijk moet zijn).
- Zorg dat de werkplek van de leerling makkelijk bereikbaar is.