ADD

Attention Deficit Disorder, ook wel ADD, is de benaming van een subtype van ADHD waarbij het kind overwegend onoplettend is. Dit betekent dat het aandachtstekort van het kind bij ADD op de voorgrond staat. In ongeveer 75% van de gevallen is ADD door erfelijkheid bepaald. Daarnaast komt het voor dat wanneer kinderen die leiden aan ADHD, waarbij het kind naast onoplettendheid ook last heeft van impulsiviteit en hyperactiviteit, naarmate hij ouder wordt minder last krijgt van het impulsieve en hyperactieve gedrag. Zij zouden in hun volwassen leven dan benoemd kunnen worden als iemand met ADD.

Kenmerken

Een kind met ADD kan de volgende kenmerken in meer of meerdere mate vertonen:

Kinderen met ADD hebben dit vaak in combinatie met een van de volgende stoornissen:

Ondersteuningsbehoeften

Een kind met een ADD is niet lastig voor zijn omgeving waardoor de problemen vaak minder snel worden opgemerkt dan bij kinderen met ADHD of een andere externaliserende stoornis. Toch is het belangrijk om deze kinderen te ondersteunen aangezien de kans groot is dat zij erg lijden onder de symptonen waardoor zij niet goed kunnen functioneren.


Van groot belang is dus dat de kenmerken op tijd worden gesignaleerd en het kind de ondersteuning krijgt die hij nodig heeft. Vaak verbetert het gedrag wanneer de omgeving begrip toont voor het kind doordat zij weten dat het kind niet expres sloom, passief of chaotisch doet. Daarnaast kan ervoor gekozen worden om medicatie en/of gedragstraining in te zetten, raadpleeg hiervoor een deskundige.




Tips voor de leerkracht

Houd altijd in gedachten dat elke leerling anders is. Het voorkomen en de mate van de kenmerken van ADD en de beste aanpak zullen dan ook per leerling verschillend zijn. De adviezen hieronder kunnen een richtlijn bieden om met een kind met ADD om te gaan. Het is tevens aan te raden om het desbetreffende kind een 'one page profile' in te laten vullen. Hierop kan hij/zij zelf aangegeven wat voor hem/haar nodig is aan hulp.

  • Zorg voor een positieve relatie met het kind.
  • Benadruk de goede kanten van het kind.
  • Besef dat het kind het niet expres doet en er zelf geen controle over heeft.
  • Bespreek (na overleg met kind en ouders) over ADD in de klas.
  • Houd de sociale status van het kind goed in de gaten (wordt hij/zij niet gepest).
  • Betrek het kind geregeld bij de les om hem/haar er weer bij te halen (oogcontact kan bedreigend zijn, spreek dan een teken af).
  • Zorg voor een aparte plek waar het kind heen kan om zich terug te trekken wanneer het hem/haar teveel wordt.
  • Zorg dat je het kind zelf altijd kunt zien, anders kan hij/zij makkelijk wegdromen.
  • Help het kind op gang met zijn/haar werk of spoor aan.
  • Praat op een positieve manier tegen het kind.
  • Besef dat het kind een ander tijdsbesef heeft waardoor hij/ zij de tijd niet altijd goed inschat.
  • Bied het kind hulp bij het maken van een planning.
  • Overbelast het kind niet met heel veel huiswerk.
  • Zorg voor regelmatig contact met de ouders.
  • Visualiseer zoveel mogelijk.
  • Houd rekening met het kind zijn/haar trage auditieve informatieverwerking, antwoord geven kost enige tijd.
  • Geef opdrachten die in de praktijk moeten worden opgelost, niet enkel via boeken.
  • Train het kind om zich te leren concentreren op momenten dat het nodig is. Geef vooraf aan wanneer je iets belangrijks gaat vertellen.
  • Oefen routines in zodat er aandacht overblijft voor andere zaken.
  • Geef het kind de ruimte en tijd om deinformatie te verwerken.
  • Leer het kind om op tijd om hulp te vragen als iets niet lukt.
  • Leer het kind taken in stukken te verdelen (of help hierbij).
  • Geef korte instructies en herhaal veel.
  • Geef het kind meer tijd om opdrachten en toetsen te maken.
  • Overhoor eventueel mondeling.
  • Dek een deel van de te lezen tekst af zodat dit minder afleidt.
  • Laat het kind twee vakken afwisselen en steeds een klein stukje maken zodat het minder saai is en het kind zich kan blijven focussen.
  • Laat het kind geen grote stukken tekst overschrijven.
  • Geef extra ondersteuning bij het maken van een werkstuk of het voorbereiden van een spreekbeurt.




one page profile boeken oefeningen